Besluit van 19 februari 2019 houdende nadere regels met betrekking tot de finaliteit van opdrachten die worden gegeven aan
betalings- en effectenafwikkelsystemen in derde landen (Besluit voorwaarden finaliteit en derde landen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 30 januari 2019, nr. 2019-0000015564, directie Financiële Markten, gedaan
mede namens Onze Minister voor Rechtsbescherming;
Gelet op de artikelen 212a, onderdeel b, onder 3°, 212b, eerste lid, en 212c, derde lid, van de Faillissementswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 februari 2019, nr. W06.19.0028/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, van 14 februari 2019, 2019-0000023544, directie Financiële Markten,
uitgebracht mede namens Onze Minister voor Rechtsbescherming;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
1. Een toezichthouder als bedoeld in de artikelen 212a, onderdeel b, onder 3°, en 212b, eerste lid, van de Faillissementswet
is een toezichthouder die is gevestigd in een Staat, met uitzondering van een lidstaat van de Europese Unie, waarvan de centrale
bank kapitaal houdt in de Bank for International Settlements.
2. Indien een toezichthouder ophoudt een toezichthouder als bedoeld in het eerste lid te zijn, wordt de toezichthouder nog gedurende
twee jaar daarna voor de toepassing van het eerste lid aangemerkt als een toezichthouder als bedoeld in dat lid.
1. Deelnemers delen aan De Nederlandsche Bank N.V. mee aan welke systemen, bedoeld in artikel 212a, onder b, onderdeel 3, van
de Faillissementswet, zij deelnemen en verstrekken aan de Nederlandsche Bank N.V. de actuele contactgegevens van deze systemen.
2. Wanneer een deelnemer langer dan een jaar niet heeft deelgenomen aan een systeem dat hij op grond van het eerste lid heeft
meegedeeld, deelt hij dat mee aan De Nederlandsche Bank N.V.
3. Indien een deelnemer die deelneemt aan een systeem als bedoeld in artikel 212a, onder b, onderdeel 3, van de Faillissementswet
in Nederland in staat van faillissement wordt verklaard, stelt De Nederlandsche Bank N.V. de systemen waarvan de deelnemer
heeft meegedeeld dat hij daaraan deelneemt, van de faillietverklaring in kennis.